Ook de ouders duiken de hangmat in!
Door: ogink
Blijf op de hoogte en volg Sander
10 Juni 2012 | Suriname, Paramaribo
Goed, de Paramaribo City Mile was geweest en mijn ouders waren in Suriname. Het verhaal gaat de woensdag erop verder. Zorg maar dat je gaat zitten als je dit leest, want het wordt weer een lange…
Woensdagavond kom ik een nachtje slapen in het appartement van mijn ouders. Een goede nacht in het met airco gekoelde kamer met goed bed zorgt voor een prima nachtrust. Wel staan we op donderdag vroeg op; een taxi komt ons halen om ons naar gids Dion te brengen. Daar ontmoeten we twee jonge dames die ook mee zullen gaan op trip en plaats zullen nemen bij taxichauffeur Raoul. Met mijn ouders zal ik bij Dion in zijn terreinwagen zitten. We vertrekken richting vliegveld om vanaf daar verder te rijden op bauxietwegen. We kijken lekker om ons heen en zien planten die we niet eerder hebben gezien. Volgens mij zie ik al aan mijn ouders dat ze het leuk vinden. Ook beginnen ze te wennen aan die rare gids Dion. Rond twee uur is het tijd om even af te koelen in een kreekje. Na lekker badderen kunnen we opgefrist de weg vervolgen.
Om half 6 komen we aan bij een hut waar Indianen wonen. Hier zullen we ons avondeten gaan koken. Met Dion ga ik in een dorpje iets verderop vis kopen. Dit zat echter niet mee; de vorige dag had een inkoper al het vis opgekocht. Gelukkig had een mevrouw nog doksen. Met en stok en een strop probeerde Dion met zijn kameraad de Indiaan een mooie jonge doks te vangen. Na een paar minuten was het wat eerder leek eindeloze geduld van Dion op en haalde hij flink uit met de stok. Na een wilde achtervolging de busjes in wisten de mannen de slimme doks te vangen. Hup de zak in, poten vast, geld betalen en terug naar het kamp alwaar het rijst gekookt wordt. Het verse vlees moest natuurlijk eerst uit zijn verpakking gehaald worden. We kijken allemaal geïnteresseerd toe terwijl Dion de doks onthoofd en uit laat stuiptrekken. Daarna plukken, opensnijden en villen. Ook de ingewanden eruit, het vlees in stukjes snijden, schoonspoelen en hop in de pan. Nog nooit had ik zulk vers vlees op en het was heerlijk! Met een blokje maggie en een lekker pepertje weten ze in Suriname alles op smaak te brengen.
Na dit heerlijk avondmaal gaan we weer op pad. Het is intussen donker en we kijken een beetje rond op zoek naar dieren. ’s Nachts weet Dion een klein jong wurgslangetje te vinden. Grappig om te merken dat zo’n jong beest al direct wil wurgen, want je voelt het beest direct om je hand heen slaan. Ook een klein kikkertje hoort bij de vangst. Dion had aangekondigd een mooi kikkerconcert te laten horen. Helaas bleek iemand hem voor te zijn geweest; bij de vijver te zijn aangekomen bleek een stroper deze helemaal leeggevist te hebben. Er was geen kikker te horen. Overigens heeft Dion jarenlang dit werk zelf ook gedaan, dus hij kon niet boos zijn op de stropers. Ook de volgende poel was akelig stil. Slechts één kikker liet zich horen. Bij de derde poel was het raak; een gebulder van een lawaai door kikkers. Dion had het aangegeven; het was overweldigend. We stoppen bij een klein dorpje met een klein barretje en voldoende locals. Daar doen we twee Djogo’s (liter bier) en gaan Dion en ik een potje tafelvoetballen met de locals. ‘Nederland’ wint overtuigend van de Suriprofs en in de pot ‘De Holland Sander’ tegen ‘De Boeroe Dion’ weet de kaaskop de winst in de wacht te slepen. De chauf Raoul is intussen ziek en moe; het is ook al tegen 2 uur ’s nachts. Ik nam daarop zijn stuur over. Met een stadsauto (wel 4WD) in het donker over de drassige bauxietwegen; fantastisch om te doen! De eindbestemming is een houthakkersplek. We hangen hangmatten op in een hut en gaan slapen. Jawel! Ook mijn ouders gaan liggen in een hangmat! Respect voor mijn ouders!
Rond 6 uur worden we allemaal al eens wakker en horen we in de verte brulapen. Allemaal leuk en aardig, maar ik ben moe en wil verder slapen! Om kwart voor 8 word ik dan echt overgehaald om op te staan wanneer de houtzoekers (jaja, zagers, kappers, blabla) harde boybandmuziek aanzetten. Hitjes als ‘You Are My Fire’ van de Backstreet Boys, ‘Hero’ van Enrique en ‘My Heart Will Go On’ van Celine Dion schallen uit de luidsprekers. Een betere ochtend zou ik me niet kunnen wensen. Dit blijkt voor mijn medereizigers echter niet identiek te zijn. Nog voor het ontbijt weet Dion een picoletje te vangen. Hij had zijn zangvogel meegenomen en hoorde toen hij wakker werd eenzelfde vogeltje in het wild. Direct pakte hij het kooitje van zijn beestje, deed wat lijm om een takje en ging wachten tot het andere vogeltje bij het kooitje op een stokje ging zitten. Al vrij snel had hij deze vogel te pakken. Intussen is deze vogel bij Dion in opleiding tot echte zangvogel. Ver zal hij het waarschijnlijk niet schoppen, want de vogel is de naam ‘Sander’ gaan dragen.
Na het ontbijt met beetje beschimmelde broodjes gaan we verder. Om 11 uur is het tijd om te wassen in een stroomversnelling. Heerlijk helder en koud water zorgt voor voldoende verkoeling. Helaas zorgt de regen hier ook voor. Goed en wel onderweg worden we opgehouden door een overstekende schildpad die ook een photoshoot moet ondergaan. Wanneer dit arme beestje met rust gelaten wordt barst er een strijd los tussen de beide voertuigen. Op de brede en natgeregende bauxietwegen is het een uitdaging om de andere auto zo vies mogelijk te spetteren. De lafaards van de tegenpartij deden gauw de raampjes dicht. Ik moet wel bekennen dat ik blij was dat mama precies op tijd de handdoek voor het open raam hield om de spetters niet binnen te laten komen! Halverwege de middag kwamen we dan aan in het grensplaatsje Apoera. Een drop met mooi aangelegde straten en huizen. Er zijn weinig arme mensen daar. Ooit was de planning van Apoera een tweede Paramaribo te maken, maar de binnenlandse oorlog heeft hier een stokje voor gestoken. Na een uitgebreide tropische regenbui kunnen we weer verder. Dion kent overal mensen en stopt dan ook regelmatig om even te praten met iemand. Iets wat al vaker was voorgekomen. Helaas zag Raoul een Chinese supermarkt die hij wel interessant vond en zag dus niet onze auto stilstaan. Een kusje op de kont van onze auto was het gevolg. Aan Dions auto was niks te zien, aan die van Raoul wel. Koplamp aan gort, bumper had hoofdpijn en de motorkap ingedeukt. Dit ging dan ook niet meer dicht en werd provisorisch met een touwtje dichtgehouden. Verder kon de auto wel verder rijden. Raoul zag er enigszins aangeslagen uit. Ondanks zijn 25 blikjes energiedrink was hij niet bepaald wakker. Na dit euvel even tanken (jerrycans met een tuinslang en zuigen maar!).
We lopen vervolgens naar de Trio-Indianen die gauw hun koopwaar voor ons uitstallen; mooie sierraden gemaakt van materialen uit het bos; allemaal noten. Hier koopt moederlief voor alle dames van het gezin mooie sierraden. Het is nog net licht en Dion heeft haast om naar een plekje te gaan waar vleermuizen te zien zijn. Dit lijkt me heel interessant en we gaan naar een oud rangeerstation. In de jaren 60 is er veel geïnvesteerd in een spoorlijn en treinen. Deze treinen hebben misschien één of twee keer gereden voordat de binnenlandse oorlog uitbrak en de deal van de bauxietwinner Suralco werd afgeketst. Met het invallen van de schemer rijden we dit station binnen en zien we al de nodige vleermuizen vliegen. Een groot vervallen gebouw met oude machines is wat we zien. In een paar donkere ruimtes vliegen ontelbaar vleermuizen en de lucht is niet te harden! Maar wat gaaf om te zien. Bij elke flits van de camera vliegt er een dozijn vleermuizen op me af wat minder relaxed is. Ook loop ik even de trap op naar de kantoorruimtes waar ook die vieze lucht hangt. Deze lucht blijkt later behoorlijk in mijn kleren te blijven hangen! Ook zie ik pas later in mijn korte broek en op slippers dat ik tussen honderden kakkerlakken loop! Hmmm, toch maar rustig en stoer op een hoog tempo wegwandelen. In dit gebouw bakken we wat kipnuggets voor op de broodjes voordat we verder gaan in het donker.
Deze avond komen we uit bij meneer Phagwa. Een man van in de 60 die bij het begin van de toegangsweg naar Blanche Marie woont. Hier eten we heerlijke vis die we eerder gekocht hebben (Animara) vanuit de frituur. De beste man Phagwa blijkt een eenzame man te zijn die graag kusjes wil krijgen van onze vrouwelijke reisgenoten. Deze krijgt hij helaas niet. Wel spaart hij foto’s van alle jonge dames die langs komen bij hem, dus ze zullen nog met hem op de foto moeten! We zoeken weer de hangmatten op zodat we morgen weer op tijd verder kunnen!
Vanaf huize Phagwa is het nog maar 14 km naar Blanche Marie, maar wel over een moeilijk begaanbare weg door de jungle. Na een paar stammen op en over de weg wordt er besloten in twee etappes te rijden. De dames en Raoul gaan verder lopen terwijl Dion ons eerst afzet. Toch duurt deze reis ongeveer een uur vanwege de lastige weg. Aldaar aangekomen worden er plekken gecreeërd waar we onze hangmatten kunnen ophangen. We gaan een middagdutje doen terwijl we wachten tot de anderen terug komen. Ook hebben we ruim de tijd om het ooit luxueuze ressort te bekijken. Helaas is dit totaal vergane glorie nadat de eigenaar overleden is. Zijn vrouw pakt het niet zo goed op als hij, waardoor de ruim 200 bedden vrijwel altijd leeg staan.
Uren later komt Dion eindelijk terug met de twee toeristen en Raoul. Wanneer zij er zijn drinken we wat en vertrekken met een bootje rivier afwaarts. Onderweg zien we wat ara’s en papegaaien overvliegen. Na een tijdje leggen we aan in een klein inhammetje. Dan is het een stukje klimmen naar de mooie Eldoradowaterval. Een hoge waterval die lekker rustig naar beneden klettert. Mama is helaas ook bang om naar beneden te kletteren voordat we bij de waterval zijn; een smal en niet al te makkelijk pad moet eerst overwonnen worden. Met behulp van de vriendelijke bootsman lukt het ook haar om veilig bij de waterval te komen! Daar is het lekker chillen en badderen en genieten. Ja, ook mijn ouders die altijd van tevoren plannen maken over wat ze met hun kostbare tijd moeten doen zijn genoodzaakt hier een behoorlijke tijd te overleven zonder dat ze weten wanneer we terug gaan. En ze vinden het helemaal geen probleem! Er wordt met volle teugen door iedereen genoten. Ook papa zoekt het wat hoger op op de waterval en gaat even chillen in een ‘zitplaats’ in de waterval. Wanneer we terug varen naar het ‘kamp’ zien we nog meer papegaaien en ara’s, maar ook toekans, doodskopaapjes, brulapen (die we ook kunnen ruiken) en zijdeaapjes. Terug bij onze veilige hangmatten is het eten ondertussen al een heel eind bereidt. Vandaag staat er Surinaams konijn op het menu. Uiteraard is het niet zo goed en vers als de doks, toch is het enorm lekker. Ook krijgen we verse zuurzak voorgeschoteld waar ik niet vies van ben. Hoewel iedereen de sap wel lekker vindt, vinden veel mensen de echte vrucht wat snottig o.i.d. Nou, ik vind het in elk geval geen probleem.
’s Avonds wordt er een kampvuur aangestoken en liggen we op matrassen bij het vuur. Voornamelijk te luisteren naar Dion. Dion heeft zo zijn visie op bepaalde zaken die niet bepaald stroken met het denkpatroon van de meeste westerlingen. Hier was ik al van op de hoogte voor deze reis en toch durfde ik mijn ouders met deze blowende en zuipende gids mee te nemen die ook enorm veel verhalen heeft over vrouwen in zijn verleden. Al met al erg gezellig en vermakelijk! En ja, ook mijn ouders hebben om hem kunnen lachen. En dit ondanks dat de Borgoe intussen al een tijdje op was… Shame on mister guide!
De volgende dag gaan we wandelen naar de moederwaterval; Blanche Marie. Over de wandeling van een kleine kilometer doen we wat langer omdat er natuurlijk de kodakmomentjes voorbij komen; een palmblad waarmee de dames een photoshoot moeten hebben van Dion, een klein krabbetje die denkt dat hij de bewaker van het pad is, maar ook een klein kikkertje waarvan Dion toch wel een beetje opgewonden wordt en wij dus automatisch ook. Een kleine gifkikker met blauwe poten en een kwart lichaam met gele stippen. Het gif van deze kikker wordt door indianen gebruikt om te jagen. Na dergelijke oponthoudjes komen we dan aan bij de waterval. Dion loopt omhelzend met de twee andere toeristen de bocht om en dan zien wij de waterval ook: een enorm gevaarte waar behoorlijk wat water doorheen sijpelt! Ik kan het allemaal wel gaan uitleggen, maar bekijk liever de foto’s. En als je die dan bekijkt, beeld het dan nog 10 keer indrukwekkender in, dan zit je ongeveer in de buurt met hoe het was.
Na dit spektakel is het tijd om terug te keren. Niet alleen naar het kamp, maar ook naar Paramaribo, want onze trip zit er zo goed als op. Alle hangmatten en tassen worden weer ingepakt en er wordt een lift geregeld voor de twee toeristen en Raoul naar de plek waar de auto van Raoul staat. Onderweg weet Dion nog even een of andere mooie blauwe vlinder voor ons te vangen waardoor er weer een photoshoot ontstaat. Hij laat ons zien dat de blauwe kleur van de vlinder maar een laagje poeder is en dat de vlinder eigenlijk doorzichtig is. Dan rijden we door tot de voorste auto moeite heeft met boven komen. En Dion ook. Dion had het er de dag voor ook al moeilijk mee door de vele regen die is gevallen. Toen heeft hij er een half uur over gedaan en ook vandaag is er ongeveer die tijd voor uitgetrokken om boven te komen. Daarna komen we weer aan bij de beste man Phagwa. Ja, er is nog een photoshoot! Alle dames en ik zijn de gelukkigen die op de foto mogen met deze meneer. Het leverde natuurlijk mooie foto’s op. Ondertussen verbaas ik me ook nog over het materieel van graafmachines die in de bossen zijn achtergelaten.
In de tocht terug hoort ook een bergje met een uitzicht op een deel van Suriname. Hierdoor zien we ook een deel en het einde van de eigenlijk-nooit-in-gebruik-genomen spoorlijn. Ook een kleine “sexy” waterval valt ons ten deel voordat we dan echter terug rijden. We hoeven enkel over bauxietwegen terug te rijden naar Paramaribo; dat is alles. Raoul wil al thuis zijn lijkt het en rijdt wederom stevig door op deze wegen totdat ‘ineens’ zijn koelvloeistof aan het lekken slaat. Hoewel hij dan nog zegt dat er niks is gebeurt heeft hij later bekend een steen geraakt te hebben door zijn hoge snelheid. Resultaat is dat we elke 15-20 km water in zijn koelsysteem moeten mikken. Hierdoor wordt het later en later voordat we terug zijn. Om 4:00 uur ’s nachts komen we bij Dions huis aan na een al-met-al zeer geslaagde trip! Bij het appartement van mijn ouders nog gauw even foto’s uitwisselen aangezien zij twee dagen later alweer zullen gaan. Om half 6 ga ik dan moe, voldaan en tevreden lekker liggen in mijn krakende bed.
Foto's: https://picasaweb.google.com/115807804914463332892/Suriname2012?authuser=0&authkey=Gv1sRgCPf3s4__tszR-AE&feat=directlink
Op naar het volgende avontuur…
Woensdagavond kom ik een nachtje slapen in het appartement van mijn ouders. Een goede nacht in het met airco gekoelde kamer met goed bed zorgt voor een prima nachtrust. Wel staan we op donderdag vroeg op; een taxi komt ons halen om ons naar gids Dion te brengen. Daar ontmoeten we twee jonge dames die ook mee zullen gaan op trip en plaats zullen nemen bij taxichauffeur Raoul. Met mijn ouders zal ik bij Dion in zijn terreinwagen zitten. We vertrekken richting vliegveld om vanaf daar verder te rijden op bauxietwegen. We kijken lekker om ons heen en zien planten die we niet eerder hebben gezien. Volgens mij zie ik al aan mijn ouders dat ze het leuk vinden. Ook beginnen ze te wennen aan die rare gids Dion. Rond twee uur is het tijd om even af te koelen in een kreekje. Na lekker badderen kunnen we opgefrist de weg vervolgen.
Om half 6 komen we aan bij een hut waar Indianen wonen. Hier zullen we ons avondeten gaan koken. Met Dion ga ik in een dorpje iets verderop vis kopen. Dit zat echter niet mee; de vorige dag had een inkoper al het vis opgekocht. Gelukkig had een mevrouw nog doksen. Met en stok en een strop probeerde Dion met zijn kameraad de Indiaan een mooie jonge doks te vangen. Na een paar minuten was het wat eerder leek eindeloze geduld van Dion op en haalde hij flink uit met de stok. Na een wilde achtervolging de busjes in wisten de mannen de slimme doks te vangen. Hup de zak in, poten vast, geld betalen en terug naar het kamp alwaar het rijst gekookt wordt. Het verse vlees moest natuurlijk eerst uit zijn verpakking gehaald worden. We kijken allemaal geïnteresseerd toe terwijl Dion de doks onthoofd en uit laat stuiptrekken. Daarna plukken, opensnijden en villen. Ook de ingewanden eruit, het vlees in stukjes snijden, schoonspoelen en hop in de pan. Nog nooit had ik zulk vers vlees op en het was heerlijk! Met een blokje maggie en een lekker pepertje weten ze in Suriname alles op smaak te brengen.
Na dit heerlijk avondmaal gaan we weer op pad. Het is intussen donker en we kijken een beetje rond op zoek naar dieren. ’s Nachts weet Dion een klein jong wurgslangetje te vinden. Grappig om te merken dat zo’n jong beest al direct wil wurgen, want je voelt het beest direct om je hand heen slaan. Ook een klein kikkertje hoort bij de vangst. Dion had aangekondigd een mooi kikkerconcert te laten horen. Helaas bleek iemand hem voor te zijn geweest; bij de vijver te zijn aangekomen bleek een stroper deze helemaal leeggevist te hebben. Er was geen kikker te horen. Overigens heeft Dion jarenlang dit werk zelf ook gedaan, dus hij kon niet boos zijn op de stropers. Ook de volgende poel was akelig stil. Slechts één kikker liet zich horen. Bij de derde poel was het raak; een gebulder van een lawaai door kikkers. Dion had het aangegeven; het was overweldigend. We stoppen bij een klein dorpje met een klein barretje en voldoende locals. Daar doen we twee Djogo’s (liter bier) en gaan Dion en ik een potje tafelvoetballen met de locals. ‘Nederland’ wint overtuigend van de Suriprofs en in de pot ‘De Holland Sander’ tegen ‘De Boeroe Dion’ weet de kaaskop de winst in de wacht te slepen. De chauf Raoul is intussen ziek en moe; het is ook al tegen 2 uur ’s nachts. Ik nam daarop zijn stuur over. Met een stadsauto (wel 4WD) in het donker over de drassige bauxietwegen; fantastisch om te doen! De eindbestemming is een houthakkersplek. We hangen hangmatten op in een hut en gaan slapen. Jawel! Ook mijn ouders gaan liggen in een hangmat! Respect voor mijn ouders!
Rond 6 uur worden we allemaal al eens wakker en horen we in de verte brulapen. Allemaal leuk en aardig, maar ik ben moe en wil verder slapen! Om kwart voor 8 word ik dan echt overgehaald om op te staan wanneer de houtzoekers (jaja, zagers, kappers, blabla) harde boybandmuziek aanzetten. Hitjes als ‘You Are My Fire’ van de Backstreet Boys, ‘Hero’ van Enrique en ‘My Heart Will Go On’ van Celine Dion schallen uit de luidsprekers. Een betere ochtend zou ik me niet kunnen wensen. Dit blijkt voor mijn medereizigers echter niet identiek te zijn. Nog voor het ontbijt weet Dion een picoletje te vangen. Hij had zijn zangvogel meegenomen en hoorde toen hij wakker werd eenzelfde vogeltje in het wild. Direct pakte hij het kooitje van zijn beestje, deed wat lijm om een takje en ging wachten tot het andere vogeltje bij het kooitje op een stokje ging zitten. Al vrij snel had hij deze vogel te pakken. Intussen is deze vogel bij Dion in opleiding tot echte zangvogel. Ver zal hij het waarschijnlijk niet schoppen, want de vogel is de naam ‘Sander’ gaan dragen.
Na het ontbijt met beetje beschimmelde broodjes gaan we verder. Om 11 uur is het tijd om te wassen in een stroomversnelling. Heerlijk helder en koud water zorgt voor voldoende verkoeling. Helaas zorgt de regen hier ook voor. Goed en wel onderweg worden we opgehouden door een overstekende schildpad die ook een photoshoot moet ondergaan. Wanneer dit arme beestje met rust gelaten wordt barst er een strijd los tussen de beide voertuigen. Op de brede en natgeregende bauxietwegen is het een uitdaging om de andere auto zo vies mogelijk te spetteren. De lafaards van de tegenpartij deden gauw de raampjes dicht. Ik moet wel bekennen dat ik blij was dat mama precies op tijd de handdoek voor het open raam hield om de spetters niet binnen te laten komen! Halverwege de middag kwamen we dan aan in het grensplaatsje Apoera. Een drop met mooi aangelegde straten en huizen. Er zijn weinig arme mensen daar. Ooit was de planning van Apoera een tweede Paramaribo te maken, maar de binnenlandse oorlog heeft hier een stokje voor gestoken. Na een uitgebreide tropische regenbui kunnen we weer verder. Dion kent overal mensen en stopt dan ook regelmatig om even te praten met iemand. Iets wat al vaker was voorgekomen. Helaas zag Raoul een Chinese supermarkt die hij wel interessant vond en zag dus niet onze auto stilstaan. Een kusje op de kont van onze auto was het gevolg. Aan Dions auto was niks te zien, aan die van Raoul wel. Koplamp aan gort, bumper had hoofdpijn en de motorkap ingedeukt. Dit ging dan ook niet meer dicht en werd provisorisch met een touwtje dichtgehouden. Verder kon de auto wel verder rijden. Raoul zag er enigszins aangeslagen uit. Ondanks zijn 25 blikjes energiedrink was hij niet bepaald wakker. Na dit euvel even tanken (jerrycans met een tuinslang en zuigen maar!).
We lopen vervolgens naar de Trio-Indianen die gauw hun koopwaar voor ons uitstallen; mooie sierraden gemaakt van materialen uit het bos; allemaal noten. Hier koopt moederlief voor alle dames van het gezin mooie sierraden. Het is nog net licht en Dion heeft haast om naar een plekje te gaan waar vleermuizen te zien zijn. Dit lijkt me heel interessant en we gaan naar een oud rangeerstation. In de jaren 60 is er veel geïnvesteerd in een spoorlijn en treinen. Deze treinen hebben misschien één of twee keer gereden voordat de binnenlandse oorlog uitbrak en de deal van de bauxietwinner Suralco werd afgeketst. Met het invallen van de schemer rijden we dit station binnen en zien we al de nodige vleermuizen vliegen. Een groot vervallen gebouw met oude machines is wat we zien. In een paar donkere ruimtes vliegen ontelbaar vleermuizen en de lucht is niet te harden! Maar wat gaaf om te zien. Bij elke flits van de camera vliegt er een dozijn vleermuizen op me af wat minder relaxed is. Ook loop ik even de trap op naar de kantoorruimtes waar ook die vieze lucht hangt. Deze lucht blijkt later behoorlijk in mijn kleren te blijven hangen! Ook zie ik pas later in mijn korte broek en op slippers dat ik tussen honderden kakkerlakken loop! Hmmm, toch maar rustig en stoer op een hoog tempo wegwandelen. In dit gebouw bakken we wat kipnuggets voor op de broodjes voordat we verder gaan in het donker.
Deze avond komen we uit bij meneer Phagwa. Een man van in de 60 die bij het begin van de toegangsweg naar Blanche Marie woont. Hier eten we heerlijke vis die we eerder gekocht hebben (Animara) vanuit de frituur. De beste man Phagwa blijkt een eenzame man te zijn die graag kusjes wil krijgen van onze vrouwelijke reisgenoten. Deze krijgt hij helaas niet. Wel spaart hij foto’s van alle jonge dames die langs komen bij hem, dus ze zullen nog met hem op de foto moeten! We zoeken weer de hangmatten op zodat we morgen weer op tijd verder kunnen!
Vanaf huize Phagwa is het nog maar 14 km naar Blanche Marie, maar wel over een moeilijk begaanbare weg door de jungle. Na een paar stammen op en over de weg wordt er besloten in twee etappes te rijden. De dames en Raoul gaan verder lopen terwijl Dion ons eerst afzet. Toch duurt deze reis ongeveer een uur vanwege de lastige weg. Aldaar aangekomen worden er plekken gecreeërd waar we onze hangmatten kunnen ophangen. We gaan een middagdutje doen terwijl we wachten tot de anderen terug komen. Ook hebben we ruim de tijd om het ooit luxueuze ressort te bekijken. Helaas is dit totaal vergane glorie nadat de eigenaar overleden is. Zijn vrouw pakt het niet zo goed op als hij, waardoor de ruim 200 bedden vrijwel altijd leeg staan.
Uren later komt Dion eindelijk terug met de twee toeristen en Raoul. Wanneer zij er zijn drinken we wat en vertrekken met een bootje rivier afwaarts. Onderweg zien we wat ara’s en papegaaien overvliegen. Na een tijdje leggen we aan in een klein inhammetje. Dan is het een stukje klimmen naar de mooie Eldoradowaterval. Een hoge waterval die lekker rustig naar beneden klettert. Mama is helaas ook bang om naar beneden te kletteren voordat we bij de waterval zijn; een smal en niet al te makkelijk pad moet eerst overwonnen worden. Met behulp van de vriendelijke bootsman lukt het ook haar om veilig bij de waterval te komen! Daar is het lekker chillen en badderen en genieten. Ja, ook mijn ouders die altijd van tevoren plannen maken over wat ze met hun kostbare tijd moeten doen zijn genoodzaakt hier een behoorlijke tijd te overleven zonder dat ze weten wanneer we terug gaan. En ze vinden het helemaal geen probleem! Er wordt met volle teugen door iedereen genoten. Ook papa zoekt het wat hoger op op de waterval en gaat even chillen in een ‘zitplaats’ in de waterval. Wanneer we terug varen naar het ‘kamp’ zien we nog meer papegaaien en ara’s, maar ook toekans, doodskopaapjes, brulapen (die we ook kunnen ruiken) en zijdeaapjes. Terug bij onze veilige hangmatten is het eten ondertussen al een heel eind bereidt. Vandaag staat er Surinaams konijn op het menu. Uiteraard is het niet zo goed en vers als de doks, toch is het enorm lekker. Ook krijgen we verse zuurzak voorgeschoteld waar ik niet vies van ben. Hoewel iedereen de sap wel lekker vindt, vinden veel mensen de echte vrucht wat snottig o.i.d. Nou, ik vind het in elk geval geen probleem.
’s Avonds wordt er een kampvuur aangestoken en liggen we op matrassen bij het vuur. Voornamelijk te luisteren naar Dion. Dion heeft zo zijn visie op bepaalde zaken die niet bepaald stroken met het denkpatroon van de meeste westerlingen. Hier was ik al van op de hoogte voor deze reis en toch durfde ik mijn ouders met deze blowende en zuipende gids mee te nemen die ook enorm veel verhalen heeft over vrouwen in zijn verleden. Al met al erg gezellig en vermakelijk! En ja, ook mijn ouders hebben om hem kunnen lachen. En dit ondanks dat de Borgoe intussen al een tijdje op was… Shame on mister guide!
De volgende dag gaan we wandelen naar de moederwaterval; Blanche Marie. Over de wandeling van een kleine kilometer doen we wat langer omdat er natuurlijk de kodakmomentjes voorbij komen; een palmblad waarmee de dames een photoshoot moeten hebben van Dion, een klein krabbetje die denkt dat hij de bewaker van het pad is, maar ook een klein kikkertje waarvan Dion toch wel een beetje opgewonden wordt en wij dus automatisch ook. Een kleine gifkikker met blauwe poten en een kwart lichaam met gele stippen. Het gif van deze kikker wordt door indianen gebruikt om te jagen. Na dergelijke oponthoudjes komen we dan aan bij de waterval. Dion loopt omhelzend met de twee andere toeristen de bocht om en dan zien wij de waterval ook: een enorm gevaarte waar behoorlijk wat water doorheen sijpelt! Ik kan het allemaal wel gaan uitleggen, maar bekijk liever de foto’s. En als je die dan bekijkt, beeld het dan nog 10 keer indrukwekkender in, dan zit je ongeveer in de buurt met hoe het was.
Na dit spektakel is het tijd om terug te keren. Niet alleen naar het kamp, maar ook naar Paramaribo, want onze trip zit er zo goed als op. Alle hangmatten en tassen worden weer ingepakt en er wordt een lift geregeld voor de twee toeristen en Raoul naar de plek waar de auto van Raoul staat. Onderweg weet Dion nog even een of andere mooie blauwe vlinder voor ons te vangen waardoor er weer een photoshoot ontstaat. Hij laat ons zien dat de blauwe kleur van de vlinder maar een laagje poeder is en dat de vlinder eigenlijk doorzichtig is. Dan rijden we door tot de voorste auto moeite heeft met boven komen. En Dion ook. Dion had het er de dag voor ook al moeilijk mee door de vele regen die is gevallen. Toen heeft hij er een half uur over gedaan en ook vandaag is er ongeveer die tijd voor uitgetrokken om boven te komen. Daarna komen we weer aan bij de beste man Phagwa. Ja, er is nog een photoshoot! Alle dames en ik zijn de gelukkigen die op de foto mogen met deze meneer. Het leverde natuurlijk mooie foto’s op. Ondertussen verbaas ik me ook nog over het materieel van graafmachines die in de bossen zijn achtergelaten.
In de tocht terug hoort ook een bergje met een uitzicht op een deel van Suriname. Hierdoor zien we ook een deel en het einde van de eigenlijk-nooit-in-gebruik-genomen spoorlijn. Ook een kleine “sexy” waterval valt ons ten deel voordat we dan echter terug rijden. We hoeven enkel over bauxietwegen terug te rijden naar Paramaribo; dat is alles. Raoul wil al thuis zijn lijkt het en rijdt wederom stevig door op deze wegen totdat ‘ineens’ zijn koelvloeistof aan het lekken slaat. Hoewel hij dan nog zegt dat er niks is gebeurt heeft hij later bekend een steen geraakt te hebben door zijn hoge snelheid. Resultaat is dat we elke 15-20 km water in zijn koelsysteem moeten mikken. Hierdoor wordt het later en later voordat we terug zijn. Om 4:00 uur ’s nachts komen we bij Dions huis aan na een al-met-al zeer geslaagde trip! Bij het appartement van mijn ouders nog gauw even foto’s uitwisselen aangezien zij twee dagen later alweer zullen gaan. Om half 6 ga ik dan moe, voldaan en tevreden lekker liggen in mijn krakende bed.
Foto's: https://picasaweb.google.com/115807804914463332892/Suriname2012?authuser=0&authkey=Gv1sRgCPf3s4__tszR-AE&feat=directlink
Op naar het volgende avontuur…
-
10 Juni 2012 - 17:10
Alex:
Wowie the adventures of s.ogink!! Wanneer in gebundelde variant? Nice! Vooral de boyband songs, helemaal in jd element natuurlijk! Ciao, xx -
10 Juni 2012 - 18:33
Helma En Wim :
Wow, wat een verhaal toch weer!
Je hebt er niets van gelogen: het was allemaal waar!
Wat hebben we genoten van de trip en we genieten nog steeds na!
Hebben een geweldige tijd gehad in Suriname, maar kijken er ook wel weer naar uit om je in Nederland veilig en wel terug te zien. Maar eerst nog veel genieten met Lianne en jezelf in Brazilië. -
10 Juni 2012 - 19:30
Miriam:
Weer gewoon 1 woord: Wauw! Ik hoop dat je nu nog zo'n mooie reis hebt!
Kus -
24 Februari 2014 - 20:31
Jennifer:
Mijn vader was ook in Suriname geweest met dezelfde gids die jij had.
Dion was geweldig en super gezellig zei hij.
We gaan er zeker een keer met z'n alle naartoe!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley